De buitenfluiter, gek of gezond? | Column
Bestaat het spontane geluid maak-gen? Kan het buitenfluiten in het DNA zitten? Het lijkt mij met de paplepel ingegoten te zijn. Door mijn vader. Alhoewel mijn zussen het volgens mij niet doen. Geluid maken. Fluiten, tra-la-laaa-en overal op trommelen. Dat laatst doe ik niet. Zacht neuriën en hummen dan weer wel.
Sinds een tijd houdt deze vorm van musiceren, van het jezelf entertainen me bezig. Of gaat het over het jezelf rustig maken. Rustig houden? Je veilige audiococon maken in een wereld vol herrie en onwelkome geluiden? Is het een vorm van gezelschap zoeken? Gehoord willen worden? Geluid maken omdat je je allenig voelt? Via geluiden herinneringen ophalen? Verveling tegengaan?
Spelen met geluid
Die laatste gedachtes kwamen boven borrelen in het afgelopen half jaar dat buurman X (95 jaar) naast me woonde. Deze immer optimistische man floot, zong en speelde mondharmonica. ‘Ik moet toch iets doen’ zei hij wel eens. En ‘Niemand kan deze liedjes meer meezingen’, zei hij voordat hij uitbarstte in ‘Ei, ei al op de Drentse hei’. Inderdaad moest ik verstek laten gaan. Via een liedje je generatiegenoten herkennen. What’s new.
Nu is het op de plek waar ik woon nogal gehorig. De buurman horen vond ik een feestje. Anderen stoorden zich eraan. Net als ze dat doen aan mijn neuriën, fluiten, zingen en hummen. Dat ik heus af en toe binnenboord probeer te houden. Maar hee, de gang heeft zo’n fijne akoestiek. Daar moet deze muzikant iets mee natuurlijk. Net als met poorten, fietstunnels, grote exporuimtes en overdekte pleinen.
Eigen bubbel eerst
In die gevallen gaat het om spontaan spelen met akoestiek en geluid. Een lolletje voor mezelf. Maar een jaar lang maakte ik – vooral onbewust- om heel andere redenen geluid. In overspannen toestand wonen tussen een 24hours keffend hondje en een nogal luidruchtige levende overbuuf, zorgden ervoor dat ik buitenshuis meer neuriede, humde en tra-la-laaade dan ooit. Zodra ik mijn deur uitstapte, sloeg ik aan. En dan had ik binnenshuis vooral Nirvana & co opstaan. Terwijl ik liever in stilte leef (want heb al een druk hoofd).
Mijn spontane spelen was ingeruild voor geluiden moéten maken tegen onwelkome geluiden. Mijn mobiele, analoge klankbubbel als een extra laag tussen de wereld en mij. Het ‘eigen geluid eerst-principe’. Waardoor ik zelf voor anderen een onwelkome geluidenmaker werd. Een vicieuze audiocirkel.
Muziek als mantel
Met terugwerkende kracht begrijp ik nog meer dat het maken van geluiden in benarde situaties heel natuurlijk is. Logisch. Dat begrip ontstond door een toevallig terrasgesprek met een Engelsman (zit makkelijk kletsen met onbekenden ook in het DNA?). We meanderden kletsend via muziek, concertbezoekjes, mijn pionierende luisterwerk naar zijn werkplek: een school voor verstandelijk beperkte kids. Hij vertelde over de geluiden die zij maken om zich veilig te voelen. Eigen geluidjes. Comforting sounds. Ping! Dat was waar ik middenin zat. Duh.
Samen zingende Italianen in de coronaperiode, de pianisten die op de puinhopen kalmte tevoorschijn toveren in terroristentijden, de ‘zorgkoren’, de run op hang-zit-ligconcerten met opvallend veel inzet van muzikaal hummende instrumenten als de klankschaal, de ‘hummende hommel’ yoga-oefening; het zijn voorbeelden die ik vaak aanhaal in mijn werk als voorbeelden van de kracht van muziek op mens en maatschappij.
De link naar mijn persoonlijke situatie legde ik in overspannen toestand pas na het terrasgesprek. Binnen de muren van jezelf voeding vinden met geruststellende klanken. Via een zelfverzonnen mantra contact maken met je kern. Of wat daarvan over lijkt. Whats new?
Zonnige toekomst
Mijn mijmeringen en ervaringen lees ik trouwens terug in twee recente krantenartikelen. Tot aan de verwijzing naar yoga aan toe. De één over het waarom van het fijne van neuriën.
‘Als dit alles klopt, dan zou je verwachten dat mensen niet gaan neuriën als ze zich goed voelen, maar juist als ze zich goed willen gaan voelen.’ Officieel wetenschappelijk onderzoek is nog niet gedaan, maar hier natuurlijk een ervaringsdeskundige die intuïtief buitensporig veel neuriede. Wat direct allerlei ideeën oproept.
Zing, hum, fluit, brom, zucht, lach en geneurie. Zachtjes voor jezelf. En bij goede akoestiek gerust wat luider. Ga dan vooral de hort op.
Ik zie kansen en werk op me afkomen als ik de portable speakers in de openbare ruimte bezie als de hunkering naar een veilige audiococon, omdát men niet durft, wil of kan neuriën, hummen of zingen boven de 6 en onder de 90 jaar. Aan ‘durven en willen’ kan iets gedaan worden. Met als toverwoord ‘muziekeducatie’. De mailing naar verzekeringsmaatschappijen en ziekenhuizen voor dé laagdrempelige stressverlagende Hum-instapcursus ligt al klaar. Na het behalen van het Humcertificaat stuur ik iedereen natuurlijk door naar de zangdocenten in den lande.
Zangfietspaden bestaan al lang. Maar hum-of buitenfluitroutes volgens mij nog niet. Ook díe gidsen zijn in gedachten al bijna klaar en te pre-orderen bij deze Muziekverteller (en illustrator): De Buitenfluittour en het Humparcours van Zwolle, Den Haag, Utrecht en Amstelveen vol fenomenaal klinkende omfietsroutes door de eenvormige vinexwijken vol gladde muren en tegeltuinen.
Haalbaar plan
De andere woorden las ik in de hilarische column van Japke D. over wrevel (en haat) van luisteraars die gedwongen buitenfluiters en zangers aanhoren. ‘Ik vind dat er een fluitvergunning moet komen die mensen moeten aanvragen voor ze überhaupt mogen fluiten. Tenzij je integraal de Negende van Beethoven kan fluiten.’
Die vergunning zit er voor mij als prof blokfluitist natuurlijk in. Zal ik Japkes’ column dan maar in extra grote letter uitprinten en hier in de liften hangen? Op neuriebezoek gaan bij de echte spontane klank haters om hun stresslevels te verlagen? Een humwedstrijd organiseren voor de buurt? Een betere buurt begint bij jezelf tenslotte.
Gelukkig ben ik inmiddels weer de vrolijke fluiter. De creativiteit stroomt. En dat neuriebezoekje is best een goed idee. De eenvoudigste versie daarvan gaat als volgt:
Hum, tra-la-laa, fluisterzing een lief melodietje en neem het op via je smartphone. Doe dat dan lekker dicht in de microfoon. Alsof je dat rechtstreeks in het oor doet. Zend het naar een goeie vriend, familie, buur. En durf zonder reactie te vragen om een gehumd antwoord. Kun je dat afspelen als je verlangt naar warmte, gezelschap en/ of liefde. Of leuker, doe het live. Heel natuurlijk. En is vast niet meer gebeurt sinds je kindertijd. Ik pleit daarom per direct voor eerherstel en leeftijdsuitbreiding van deze eeuwenlange wereldwijde traditie. Voorstanders zat these days lijkt me.
Want ja, hoe zou de wereld er uitzien en klinken bij meer bewust toegezongen, gehumde bewoners. Wat zouden de bijwerkingen daarvan zijn…
Laat je weten hoe de reacties zijn op je actie?
Dank en keep on humming.
Over Brechtje Roos
Brechtje Roos is muziekverteller, muziekpedagoog, muzikant, programmamaker, publicist en oprichter van studio Hoor!
Leuke en stimulerende column, ik betrap mezelf op voortdurend neuriën of zachtjes fluiten… bij deze beloof ik dit verder te blijven doen.