Gebrabbel vleermuizen lijkt op dat van baby’s
Onderzoekers van het natuurhistorisch museum in Berlijn hebben ontdekt dat het gebrabbel van zak-vleermuizen opvallend veel lijkt op dat van baby’s. Deze zoogdieren die zij tegenkwamen in de regenwouden van Centraal Amerika hebben net als mensen een strottenhoofd. Ook delen van de hersenen die betrokken zijn bij spraak lijken op die van mensen. De onderzoekers ontdekten dat het gebrabbel van de vleermuizen acht overeenkomstige kenmerken heeft. Zo is het gebrabbel ritmisch, heeft geen directe functie in de communicatie en de vleermuizen herhaalden ook klanken. Dit doen ze op dezelfde manier zoals ook baby’s van mensen klanken als “da-da”, “ba-ba” of “ga-ga” maken. De ontdekking van de onderzoekers kan weer meer inzicht hoe de ontwikkeling en het leren van taal verloopt en ook in de oorsprong van ons spraakvermogen.
Produceren eerste klanken
Een goed gehoor is essentieel voor het kunnen aanleren van spraak. Ons gehoororgaan is al voor de geboorte goed ontwikkeld. De baby kan in de buik al de moederstem horen en het ritme van de moedertaal meekrijgen. Dat ritme verschilt per taal. Na een week of zes gaan baby’s zelf ook klanken produceren. Dat wordt vocaliseren genoemd. Daarbij maken zij klanken als als a-a-a of eh-eh-eh.
Babypraat ook bij vleermuizen
Volwassenen praten veelal met een hoog stemmetje tegen baby’s. Dat wordt ‘babypraat’ genoemd. Bij het praten tegen baby’s gebruiken we vaak verkleinwoordjes, zetten we een hogere stem op en praten daarbij langzamer. We gaan er daarbij vanuit dat de baby ons dan sneller en beter begrijpt, al zijn sommige klanken daardoor juist onduidelijker te onderscheiden.
Uit een eerdere studie is gebleken dat ook zakvleermuizen dat doen. Ook de vleermuismoeders verhogen hun stem wanneer ze op gebrabbel van hun kroos reageren. De vleermuisvaders doen dat weer op een andere manier: zij brengen geluiden voort waarin de ‘vocale handtekening’ van hun eigen sociale groep zit verborgen.
Steeds beter klanken herkennen en brabbelen
Vanaf een maand of vier herkent een baby reeds het verschil tussen stemhebbende en stemloze klanken. Bij de stemhebbende klanken kun je je stembanden voelen trillen. Denk daarbij aan de ‘b’, ‘d’, ‘z’. Bij de stemloze klanken gebeurt dit niet (‘p’, ‘t’, ‘f’). Ook kunnen baby’s tegen die tijd klinkers van elkaar onderscheiden. Tussen de 7 en 13 maanden gaan baby’s brabbelen. Ze gaan opeenvolgende klanken maken zoals: ma-ma-ma, da-da-da. Met dit gebrabbel krijgen ze meer en meer controle over het gebruik van de tong, lippen, stembanden, kaak en longen bij het maken van klanken. Om meer inzicht te krijgen in het leerproces is het interessant het leerproces van de mensen te vergelijken met (zoog-) dieren.
Gebrabbel vleermuizen
De onderzoekers bestudeerden twintig vleermuisbaby’s uit acht verschillende kolonies in hun natuurlijke omgeving in Centraal Amerika (Panama en Costa Rica). Vanaf de geboorte volgden ze de kleine vleermuizen door video- en geluidsopnames te maken. Dit was ook nodig omdat sommige klanken voor het menselijk oor niet hoorbaar zijn. De onderzoekers deden dit totdat de moeder hun geen voeding meer gaf. Ze analyseerden in het totaal maar liefst 55.000 opnames van dit vleermuisgebabbel.
Territorium afbakenen en verleiden
De klanken die de volwassen vleermuismannetjes maken, gebruiken ze om hun territorium af te bakenen en ook om het andere geslacht te verleiden. Dat is ook nodig want de vrouwelijke zakvleermuis blijkt erg kritisch bij het kiezen van een geschikte metgezel. Het lijkt erop dat mannetjes hierdoor extra hun best zijn gaan doen om de zeer complexe liedjes te produceren.
Resultaten onderzoek: gebrabbel vleermuizen lijkt op dat van baby’s
De complexe liedjes die de vleermuizen zingen bestaan uit 25 verschillende klanken. De kleine vleermuizen herhalen deze klanken steeds opnieuw. De onderzoekers ontdekten dat de vleermuisjongen gemiddeld zo’n zeven weken lang aan het brabbelen waren en dat hun gebrabbel erg veel lijkt op het oefenen met klanken zoals baby’s van mensen dat doen. Het gebrabbel blijkt dezelfde acht kenmerkende eigenschappen te hebben. Zo is het ritmisch, heeft het niet tot doel in contact te komen met of iets duidelijk te maken aan anderen. Ook zitten er herhalingen van klanken in. Omdat de zakvleermuizen net als mensen een strottenhoofd hebben en de delen van de hersenen die betrokken zijn bij spraak ook lijken op die van de mens, is het interessant de ontwikkeling bij deze dieren te volgen. De ontdekking van de onderzoekers is te gebruiken om weer meer inzicht te krijgen hoe de ontwikkeling en het leren van taal verloopt en ook in de oorsprong van ons spraakvermogen.
Bron: Science
Geef een reactie